dinsdag 29 mei 2012

Saïdjah en Adinda (fragment uit de Max Havelaar) - Multatuli (ED Dekker)


Verwerkingsopdracht Romantiek                                                       Caroline Versluis 5D

Saidjah en Adinda (fragment uit Max Havelaar) – Multatuli (Eduard Douwes Dekker)

Na de Verlichting ontstond, omtrent 1770, een nieuwe stroming; de Romantiek. En de romantische mens die hierbij ontstond verwierp de strakke vormen en regels van het classicisme, zag de klassieke auteurs niet langer als inspiratiebron en norm bij uitstek en legde –als reactie op het rationalisme – het accent op het gevoelsleven. Gevoel en fantasie werden uitgangspunten voor de kunst, en niet het verstand. Ook kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan. De romantische mens was ook niet gelukkig met de tijd en plaats waarin hij leefde en had onvrede. Hij probeerde zich daarom tegen het gewone leven af te zetten of vluchtte, in zijn fantasie, uit dat leven, om het onbereikbare geluk te zoeken. Pessimisme overheerste daarbij (in tegenstelling tot het optimisme van de Verlichting). De stroming richtte zich ook sterk op de natuur. De natuur werd gezien als een eenheid die een esthetische ervaring veroorzaakte.  In de loop van de 19e eeuw kwam er een nieuwe stroming bij, die vooral in de literatuur en schilderkunst naar voren komt: het realisme. Het was een reactie op de lieflijke, sentimentele en fantastische kant van de Romantiek. De realisten zochten hun onderwerpen niet in de geschiedenis, de mythologie of in hun fantasie, maar in de hen omringende realiteit van alledag, die men zo objectief mogelijk trachtten weer te geven. Vaak zijn hun romans en schilderijen politieke en sociale protesten. Wat dit betreft komen ze overeen met de romantici, die immers ook op de bres stonden voor maatschappelijke veranderingen. 

Een van de weinige echte Nederlandse romantici was Eduard Douwes Dekker, ook wel Multatuli. Eduard Douwes Dekker werkte als ambtenaar in Nederlands-Indië (het tegenwoordige Indonesië), waar, toen hij er op negentienjarige leeftijd aankwam, naar eigen zeggen zijn 'ziel ontwaakte', maar waar hij ook de vele wantoestanden zag onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Zijn bekendste werk is de kaderroman Max Havelaar, waarin hij - op basis van zijn eigen ervaringen - de behandeling van de plaatselijke bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders aan de kaak stelde. In dit boek koos Dekker het pseudoniem Multatuli, Latijn voor 'ik heb veel (leed) gedragen' (=multa tuli) en een verwijzing naar een beroemde passage uit de Tristia van Ovidius. De Max Havelaar bestaat uit 20 hoofstukken waarin 3 auteurs vertellen en bevat meerdere raamvertellingen. Voor deze verwerkingsopdracht beperk ik mij tot enkel hoofdstuk zeventien, het verhaal van Saidjah en Adinda.

Er is geen twijfel over mogelijk dat het verhaal van Saidjah en Adinda, en voor zover ik kan oordelen de gehele Max Havelaar, perfect thuishoort in de late Romantiek (waarbij ook het realisme een rol speelt). Het verhaal  van Saidjah en Adinda speelt zich af tijdens de gezag voering van Nederland in Nederlands-Indië. Daar woonden, in Lebak, Saidjah en Adinda. Zij waren door elkaars vader aan elkaar uitgehuwelijkt. Het verhaal begint als Saidjah ongeveer zeven jaar oud is. De buffel van zijn vader werd afgenomen door het districtshoofd. Twee jaar later gebeurt hetzelfde met de tweede buffel. De volgende buffel was wel niet zo goed als zijn voorgangers, maar redde toch het leven van Saidjah door een tijger te doden. Saidjah's vader vluchtte nadat deze buffel geslacht was omdat hij bang was dat hij gestraft zou worden nu hij geen inkomsten meer had en de landrente niet meer kon betalen. Saidjah was toen vijftien jaar. Hij besloot om werk te zoeken in Batavia. Eerst ging hij naar Adinda, zijn toekomstige vrouw, om afscheid van haar te nemen. Zij spraken af om na zesendertig manen elkaar terug te zien onder een boom. Toen hij aankwam in Batavia werd hij meteen aangenomen als bediende en raakte gewend aan de rijkdom daar. Hij vertrok na drie jaar met dertig spaanse-matten, genoeg om drie buffels voor Adinda te kopen. Op de weg terug dacht hij alleen maar aan Adinda en luisterde niet naar wat men hem vertelde. Zo hoorde hij niet dat het nieuwe districtshoofd een veel mildere was en dat er in zijn woonplaats veel veranderd was.Toen hij 's nachts de boom bereikte vond hij Adinda niet, maar hij bleef op haar wachten. De volgende dag bleef hij wachten, maar Adinda zag hij niet. Op het laatst rende hij het dorp in en begon te zoeken, maar vinden deed hij haar niet, zelfs haar huis niet. Ook vond hij zijn eigen familie niet. Saidjah luisterde niet naar wat men hem vertelde: over zijn vader die gevlucht was en gestorven was in de gevangenis, over zijn moeder die van verdriet gestorven was en over Adinda die met haar vader gevlucht was naar een plek waar opstandelingen kwamen. Uiteindelijk barstte hij in een gelach uit en een oude vrouw neemt hem mee naar haar huis. Toen het weer wat beter met hem ging, vertrok hij naar de opstandelingen en sloot zich bij hen aan om Adinda te zoeken. Op een dag liep hij door een dorp van opstandelingen dat het Nederlandse leger platgebrand had. Hij vond het lijk van Adinda's vader en even later ook het mishandelde lijk van Adinda. Doodongelukkig stortte hij zich daarop in de bajonetten van de soldaten en stierf.

Als je alleen de samenvatting al leest, voel je de emotie en het gevoel er van af spatten. Het is een heel treurig verhaal, met onvrede en vergeefse hoop op een beter leven. En natuurlijk zit er ook de onbereikbare liefde in, en de dood van Saidjah nadat hij het lijk van Adinda zag. Een ander belangrijk aspect van de Romantiek dat ook in dit verhaal goed te herkennen is, is de rol van de natuur. In het hele verhaal komen verder eigenlijk geen andere mensen voor, en als die al voorkomen, krijg je er vrij weinig informatie over. Je hebt het gevoel dat Saidjah altijd alleen is met en in de natuur. Al is het helemaal niet zo dat er overdreven veel op de natuur word ingegaan, maar er komt gewoon een heel sterk beeld van rust en enkel natuur in je hoofd als je dit verhaal leest. En met dat gevolg past het ook weer goed in de stroming, inspelen op de fantasie van de lezer. Nog een aspect van de Romantiek is de vlucht uit een situatie. Ook in dit verhaal vlucht Saidjah weg van zijn benarde leventje en wil zorgen voor een beter leven voor hem en zijn toekomstige vrouw, Adinda. En ook al wordt dit deel van het avontuur van Saidjah zeer kort verteld, toch is het een vlucht. En aangezien Max Havelaar in de late Romantiek, met het realisme, is geschreven, zijn er daar ook kenmerken van. Dit verhaal is, ondanks dat het is verzonnen, wel uit het leven van alledag gegrepen, in het geval van E D Dekker dan.  De namen zijn wel verzonnen, maar zoals ook aan het einde van het hoofdstuk wordt verteld, er zijn vele gevallen in die tijd met zo’n verhaal als dat van Saidjah en Adinda.
Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Niet of hij naar Batavia ging. Niet of hij in de Lampongs werd vermoord met Nederlandse bajonetten. Ik weet niet of zijn vader bezweek tengevolge van de rottingslagen die hem werden gegeven omdat hij Badoer had verlaten zonder pas. Ik weet niet of Adinda de manen telde door kerven in haar rijstblok ... Dit alles weet ik niet! Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda's waren en veel Saïdjahs, en dat, wat verdichtsel is in 't bijzonder, waarheid wordt in 't algemeen. Ik zei reeds dat ik de namen kan opgeven van personen die, zoals de ouders van Saïdjah en Adinda, door onderdrukking werden verdreven uit hun land. Het is mijn doel niet, in dit werk mededelingen te geven als voegen zouden voor een vierschaar die uitspraak te doen had over de wijze waarop 't Nederlands gezag in Indië wordt uitgeoefend, mededelingen die slechts kracht van bewijs zouden hebben voor wie het geduld had die met aandacht en belangstelling door te lezen, zoals niet verwacht kan worden van een publiek dat verstrooiing zoekt in zijn lectuur. Daarom heb ik, in plaats van dorre namen van personen en plaatsen, met de dagtekening erbij, in plaats van een afschrift der lijst van diefstallen en afpersingen, die voor me ligt, getracht een schets te geven van wat er kàn omgaan in de harten der arme lieden die men berooft van wat dienen moet tot onderhoud van hun leven, of zelfs: ik heb dit slechts laten gissen, vrezende mij te zeer te bedriegen in het tekenen der omtrekken van aandoeningen die ik nooit ondervond.
En uit dit stukje tekst blijkt ook een ander kenmerk van het realisme; politieke en sociale protesten. Dit boek is geschreven als puur protest en om de mensen te informeren over de gruwelen in Nederlands-Indië. En met een verhaal als dit word er natuurlijk fantastisch ingespeeld op het gevoel en medelijden van de mensen.
Hieruit is dus te concluderen dat het verhaal van Saidjah en Adinda zeker thuishoort in de stroming van de Romantiek, met invloeden van het realisme. Ook zou ik iedereen aanraden de Max Havelaar te lezen, in ieder geval dit fragment, omdat het eigenlijk gewoon hoort bij je literaire vorming en het is een puik verhaal ;).

3 opmerkingen:

  1. Goede tekst! Het tweede cursieve stuk komt uit het boek neem ik aan? en heb je het eerste cursieve stuk ook ergens van overgenomen? Misschien moet je er dan een bronvermelding bij zetten. Verder is het goed opgebouwd en duidelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ohja... nog één ding: raad je anderen aan het stuk/boek te lezen?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Oke, bedankt! Er moet inderdaad nog iets aan worden toegevoegd over het wel of niet aanraden van het boek en ook de bronvermelding is een handige tip. Ik ga het zo snel mogelijk aanpassen ;)

    BeantwoordenVerwijderen