Verwerkingsopdracht
Romantiek Caroline
Versluis 5D
Saidjah en
Adinda (fragment uit Max Havelaar) – Multatuli (Eduard Douwes Dekker)
Na de Verlichting ontstond, omtrent 1770, een nieuwe stroming; de
Romantiek. En de romantische mens die hierbij ontstond verwierp de strakke
vormen en regels van het classicisme, zag de klassieke auteurs niet langer als
inspiratiebron en norm bij uitstek en legde –als reactie op het rationalisme –
het accent op het gevoelsleven. Gevoel en fantasie werden uitgangspunten voor
de kunst, en niet het verstand. Ook kwamen introspectie, intuïtie, emotie,
spontaniteit en verbeelding centraal te staan. De romantische mens was ook niet
gelukkig met de tijd en plaats waarin hij leefde en had onvrede. Hij probeerde
zich daarom tegen het gewone leven af te zetten of vluchtte, in zijn fantasie,
uit dat leven, om het onbereikbare geluk te zoeken. Pessimisme overheerste
daarbij (in tegenstelling tot het optimisme van de Verlichting). De stroming
richtte zich ook sterk op de natuur. De natuur werd gezien als een eenheid die
een esthetische ervaring veroorzaakte. In de loop van de 19e eeuw kwam er
een nieuwe stroming bij, die vooral in de literatuur en schilderkunst naar
voren komt: het realisme. Het was een reactie op de lieflijke, sentimentele en
fantastische kant van de Romantiek. De realisten zochten hun onderwerpen niet
in de geschiedenis, de mythologie of in hun fantasie, maar in de hen omringende
realiteit van alledag, die men zo objectief mogelijk trachtten weer te geven.
Vaak zijn hun romans en schilderijen politieke en sociale protesten. Wat dit
betreft komen ze overeen met de romantici, die immers ook op de bres stonden
voor maatschappelijke veranderingen.
Een van de
weinige echte Nederlandse romantici was Eduard Douwes Dekker, ook wel
Multatuli. Eduard Douwes Dekker werkte als ambtenaar in Nederlands-Indië (het
tegenwoordige Indonesië), waar, toen hij er op negentienjarige leeftijd
aankwam, naar eigen zeggen zijn 'ziel ontwaakte', maar waar hij ook de vele
wantoestanden zag onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale
bewind. Zijn bekendste werk is de kaderroman Max Havelaar, waarin hij - op
basis van zijn eigen ervaringen - de behandeling van de plaatselijke bevolking
door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders aan de kaak stelde. In dit
boek koos Dekker het pseudoniem Multatuli, Latijn voor 'ik heb veel (leed)
gedragen' (=multa tuli) en een verwijzing naar een beroemde passage uit de
Tristia van Ovidius. De Max Havelaar bestaat uit 20 hoofstukken waarin 3
auteurs vertellen en bevat meerdere raamvertellingen. Voor deze
verwerkingsopdracht beperk ik mij tot enkel hoofdstuk zeventien, het verhaal
van Saidjah en Adinda.
Er is geen
twijfel over mogelijk dat het verhaal van Saidjah en Adinda, en voor zover ik kan
oordelen de gehele Max Havelaar, perfect thuishoort in de late Romantiek
(waarbij ook het realisme een rol speelt). Het verhaal van Saidjah en Adinda speelt zich af tijdens
de gezag voering van Nederland in Nederlands-Indië. Daar woonden, in Lebak, Saidjah
en Adinda. Zij waren door elkaars vader aan elkaar uitgehuwelijkt. Het verhaal
begint als Saidjah ongeveer zeven jaar oud is. De buffel van zijn vader werd
afgenomen door het districtshoofd. Twee jaar later gebeurt hetzelfde met de
tweede buffel. De volgende buffel was wel niet zo goed als zijn voorgangers, maar
redde toch het leven van Saidjah door een tijger te doden. Saidjah's vader
vluchtte nadat deze buffel geslacht was omdat hij bang was dat hij gestraft zou
worden nu hij geen inkomsten meer had en de landrente niet meer kon betalen.
Saidjah was toen vijftien jaar. Hij besloot om werk te zoeken in Batavia. Eerst
ging hij naar Adinda, zijn toekomstige vrouw, om afscheid van haar te nemen.
Zij spraken af om na zesendertig manen elkaar terug te zien onder een boom.
Toen hij aankwam in Batavia werd hij meteen aangenomen als bediende en raakte
gewend aan de rijkdom daar. Hij vertrok na drie jaar met dertig spaanse-matten,
genoeg om drie buffels voor Adinda te kopen. Op de weg terug dacht hij alleen
maar aan Adinda en luisterde niet naar wat men hem vertelde. Zo hoorde hij niet
dat het nieuwe districtshoofd een veel mildere was en dat er in zijn woonplaats
veel veranderd was.Toen hij 's nachts de boom bereikte vond hij Adinda niet,
maar hij bleef op haar wachten. De volgende dag bleef hij wachten, maar Adinda
zag hij niet. Op het laatst rende hij het dorp in en begon te zoeken, maar
vinden deed hij haar niet, zelfs haar huis niet. Ook vond hij zijn eigen
familie niet. Saidjah luisterde niet naar wat men hem vertelde: over zijn vader
die gevlucht was en gestorven was in de gevangenis, over zijn moeder die van
verdriet gestorven was en over Adinda die met haar vader gevlucht was naar een
plek waar opstandelingen kwamen. Uiteindelijk barstte hij in een gelach uit en
een oude vrouw neemt hem mee naar haar huis. Toen het weer wat beter met hem
ging, vertrok hij naar de opstandelingen en sloot zich bij hen aan om Adinda te
zoeken. Op een dag liep hij door een dorp van opstandelingen dat het
Nederlandse leger platgebrand had. Hij vond het lijk van Adinda's vader en even
later ook het mishandelde lijk van Adinda. Doodongelukkig stortte hij zich
daarop in de bajonetten van de soldaten en stierf.
Als je
alleen de samenvatting al leest, voel je de emotie en het gevoel er van af
spatten. Het is een heel treurig verhaal, met onvrede en vergeefse hoop op een
beter leven. En natuurlijk zit er ook de onbereikbare liefde in, en de dood van
Saidjah nadat hij het lijk van Adinda zag. Een ander belangrijk aspect van de
Romantiek dat ook in dit verhaal goed te herkennen is, is de rol van de natuur.
In het hele verhaal komen verder eigenlijk geen andere mensen voor, en als die
al voorkomen, krijg je er vrij weinig informatie over. Je hebt het gevoel dat
Saidjah altijd alleen is met en in de natuur. Al is het helemaal niet zo dat er
overdreven veel op de natuur word ingegaan, maar er komt gewoon een heel sterk
beeld van rust en enkel natuur in je hoofd als je dit verhaal leest. En met dat
gevolg past het ook weer goed in de stroming, inspelen op de fantasie van de
lezer. Nog een aspect van de Romantiek is de vlucht uit een situatie. Ook in
dit verhaal vlucht Saidjah weg van zijn benarde leventje en wil zorgen voor een
beter leven voor hem en zijn toekomstige vrouw, Adinda. En ook al wordt dit
deel van het avontuur van Saidjah zeer kort verteld, toch is het een vlucht. En
aangezien Max Havelaar in de late Romantiek, met het realisme, is geschreven,
zijn er daar ook kenmerken van. Dit verhaal is, ondanks dat het is verzonnen,
wel uit het leven van alledag gegrepen, in het geval van E D Dekker dan. De namen zijn wel verzonnen, maar zoals ook
aan het einde van het hoofdstuk wordt verteld, er zijn vele gevallen in die
tijd met zo’n verhaal als dat van Saidjah en Adinda.
Ik weet niet of Saïdjah Adinda
liefhad. Niet of hij naar Batavia ging. Niet of hij in de Lampongs werd
vermoord met Nederlandse bajonetten. Ik weet niet of zijn vader bezweek
tengevolge van de rottingslagen die hem werden gegeven omdat hij Badoer had
verlaten zonder pas. Ik weet niet of Adinda de manen telde door kerven in haar
rijstblok ... Dit alles weet ik niet! Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet
en kan bewijzen dat er veel Adinda's waren en veel Saïdjahs, en dat, wat
verdichtsel is in 't bijzonder, waarheid wordt in 't algemeen. Ik zei reeds dat
ik de namen kan opgeven van personen die, zoals de ouders van Saïdjah en
Adinda, door onderdrukking werden verdreven uit hun land. Het is mijn doel
niet, in dit werk mededelingen te geven als voegen zouden voor een vierschaar die
uitspraak te doen had over de wijze waarop 't Nederlands gezag in Indië wordt
uitgeoefend, mededelingen die slechts kracht van bewijs zouden hebben voor wie
het geduld had die met aandacht en belangstelling door te lezen, zoals niet
verwacht kan worden van een publiek dat verstrooiing zoekt in zijn lectuur.
Daarom heb ik, in plaats van dorre namen van personen en plaatsen, met de
dagtekening erbij, in plaats van een afschrift der lijst van diefstallen en
afpersingen, die voor me ligt, getracht een schets te geven van wat er kàn
omgaan in de harten der arme lieden die men berooft van wat dienen moet tot
onderhoud van hun leven, of zelfs: ik heb dit slechts laten gissen, vrezende
mij te zeer te bedriegen in het tekenen der omtrekken van aandoeningen die ik
nooit ondervond.
En uit dit
stukje tekst blijkt ook een ander kenmerk van het realisme; politieke en
sociale protesten. Dit boek is geschreven als puur protest en om de mensen te
informeren over de gruwelen in Nederlands-Indië. En met een verhaal als dit
word er natuurlijk fantastisch ingespeeld op het gevoel en medelijden van de
mensen.
Hieruit is
dus te concluderen dat het verhaal van Saidjah en Adinda zeker thuishoort in de
stroming van de Romantiek, met invloeden van het realisme. Ook zou ik iedereen aanraden de Max Havelaar te lezen, in ieder geval dit fragment, omdat het eigenlijk gewoon hoort bij je literaire vorming en het is een puik verhaal ;).
Goede tekst! Het tweede cursieve stuk komt uit het boek neem ik aan? en heb je het eerste cursieve stuk ook ergens van overgenomen? Misschien moet je er dan een bronvermelding bij zetten. Verder is het goed opgebouwd en duidelijk.
BeantwoordenVerwijderenOhja... nog één ding: raad je anderen aan het stuk/boek te lezen?
BeantwoordenVerwijderenOke, bedankt! Er moet inderdaad nog iets aan worden toegevoegd over het wel of niet aanraden van het boek en ook de bronvermelding is een handige tip. Ik ga het zo snel mogelijk aanpassen ;)
BeantwoordenVerwijderen