Bio-leven
Stel je eens voor dat je een dier bent. Een dier dat leeft
in de bio-industrie wel te verstaan. Je hebt weinig ruimte en de kans dat je
ooit zonlicht zult zien is zeer klein. Je wordt volgepropt met eten, hormonen
en antibiotica, volledig tegen je natuurlijke behoeftes in. En wanneer je ‘volwassen’
en volgroeid bent, wordt je geslacht. Het enige wat dan nog rest is een hoop
mest en vlees. Door naar de volgende.
Dit is het levensverhaal van de meeste dieren in de
bio-industrie, niet bepaald een prettige. De behandeling van en de omgang met
de dieren is in veruit de meeste gevallen dieronvriendelijk. Ook brengt de
behandeling en de manier van onderhouden van de dieren in de bio-industrie vele negatieve gevolgen met zich mee. En niet
alleen negatieve gevolgen voor de dieren zelf. Mijn mening is dan ook dat de
bio-industrie moet worden afgeschaft.
Ten eerste worden de dieren in de bio-industrie slecht
behandeld. In 1997 zijn er rechten opgesteld voor dieren in de veeteelt. Deze rechten
worden in de bio-industrie echter vaak geschonden. De rechten houden in: een
leven zonder honger en dorst, ongemak, pijn, verwonding en ziekte, angst en
spanning en de vrijheid om normaal gedrag te vertonen1. Door een te
kleine huisvesting zonder bodembedekking en zonlicht, geen buitengang, te veel
dieren per vierkante meter, pijnlijke ingrepen en onnatuurlijke doorfok op
absurd hoge productie worden deze
rechten geschonden. De dieren worden meestal onverdoofd gecastreerd en ontdaan
van hun snavels, hoorns, nagels en/of staarten. Dit brengt veel pijn en stress
mee voor de dieren. Ook het transport naar de slachthuizen is vaak
dieronvriendelijk. Zonder water en eten zitten de dieren uren tot dagenlang
opeengepakt in een vrachtwagen.
Ten tweede heeft de bio-industrie negatieve gevolgen voor
het milieu. Door de hoge dichtheid van het aantal dieren per vierkante meter
ontstaat er ook een mestoverschot. Dit heeft bodemvergiftiging en verzuring van
het milieu tot gevolg. De veeteelt is verantwoordelijk voor 51% van de door de
mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen1, de bio-industrie
zorgt voor het grootste deel hiervan. Ook het transport dat de bio-industrie
teweeg brengt, doordat de vele dieren naar slachthuizen moeten worden vervoerd,
zorgt voor vervuiling. Jaarlijks produceren we in Nederland meer dan 500
miljoen dieren in de vee-industrie1, die ook allemaal moeten worden
geslacht. En omdat het slachten in Zuid-Europese landen een paar cent goedkoper
is, worden de dieren massaal op transport gezet naar het buitenland. Sinds 1997
is zowel het aantal transporten als de afstand verdubbeld.
De lezer zal zich nu wellicht afvragen waarom de
bio-industrie dan zo groot is geworden als het zogezegd negatief is. Na de
Tweede Wereldoorlog was er een ineens grote vraag naar goedkoop vlees en de
bio-industrie was hierop het antwoord. In de loop van de jaren in het een
belangrijk element van onze economie geworden, het is een ware
handelsonderneming geworden. Maar tegenwoordig is het aanbod van vlees groter
dan de vraag. De bio-industrie verliest dus aan noodzaak. Ook is nu algemeen
bekend wat de gevolgen zijn en hoe de dieren worden behandeld. Steeds meer
mensen gaan de bio-industrie als negatief zien en kiezen voor biologische
producten. Mensen willen verandering, verandering die hard nodig is.
Tevens heeft de bio-industrie negatieve gevolgen voor de
gezondheid van de dieren en mensen. Door buitensporig veel gebruik van
antibiotica in het voer van de dieren ontstaan er op den duur resistente
bacteriën, ook wel super bacteriën genoemd2. Deze bacteriën zijn
ongevoelig voor de gebruikelijke antibiotica en dus levensgevaarlijk voor mens en dier. Ook is er
in de bio-industrie een grotere kans op het ontstaan van ziektes zoals de
varkenspest, de vogelpest en Q-koorts doordat de dieren zo dicht op elkaar
staan en elkaar dus gemakkelijk kunnen besmetten. Sommige van deze ziektes
kunnen ook schadelijk zijn voor mensen. Zodra er zo’n ziekte uitbreekt worden
daarom vaak duizenden dieren afgemaakt, de meeste nog gezond, omdat ze
misschien besmet zijn en dus gevaarlijk voor de omgeving.
Al met al lijkt mij dus duidelijk dat de bio-industrie moet
worden afgeschaft. Er zitten te veel nadelen aan en de gevolgen voor mens en
milieu zijn naar mijn idee te groot. De dieren worden slecht behandeld, het
heeft negatieve gevolgen voor het milieu, de noodzaak ervan neemt steeds verder
af en de risico’s voor de gezondheid van mens en dier zijn te groot. Deze
manier van boeren is onnodig en niet meer van deze tijd. Het is tijd voor
verandering binnen de bio-industrie. Want zeg nou zelf, wilt u zo’n bio-leven?
2 uitzending Zembla 10 januari 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten