woensdag 6 maart 2013

Samenvatting 'Kunstmest voor het brein'


Samenvatting ‘Kunstmest voor het brein’                                                         Caroline Versluis 6C

Onze jeugd weet steeds minder, maar wordt wel steeds slimmer. De toegenomen welvaart sinds het begin van de vorige heeft eeuw voor een stijging van de intelligentie gezorgd, maar in de afgelopen decennia zijn we niet beter gaan eten en toch is het gemiddelde IQ wel blijven stijgen. Ook de introductie van langdurig onderwijs voor iedereen kan het gemiddelde IQ iets hebben verhoogd. Maar als een leerling eenmaal de basisvaardigheden onder de knie heeft, kunnen extra jaren op school wel zijn kennis, maar niet zijn IQ verhogen. Een derde verklaring is dat iedere nieuwe generatie scholieren beter is getraind in het maken van IQ-tests dan de vorige. Maar er is geen enkele aanwijzing voor dat de uitkomsten van een IQ-test de intelligentie verkeerd zou inschatten. Ook genetische aanleg heeft een grote invloed op het IQ. Maar ouders met een beneden gemiddeld IQ krijgen juist bovengemiddeld veel kinderen. Het gemiddelde IQ zou dan dus juist moeten dalen. De meest aannemelijke verklaring is dat de consument slim genoeg was geworden om ingewikkelde spellen en programma’s te waarderen en dat de volgende generatie hierdoor nog slimmer wordt. Videogames spelen optimaal in op het beloningssysteem van de hersenen en televisie zorgt voor steeds meer actief denkwerk. Hierdoor zou het best kunnen dat nieuwe neurale circuits ontstaan en de intelligentie dus toeneemt.
225 woorden

donderdag 21 februari 2013

Betoog bio-industrie Caroline Versluis 6C


Bio-leven
Stel je eens voor dat je een dier bent. Een dier dat leeft in de bio-industrie wel te verstaan. Je hebt weinig ruimte en de kans dat je ooit zonlicht zult zien is zeer klein. Je wordt volgepropt met eten, hormonen en antibiotica, volledig tegen je natuurlijke behoeftes in. En wanneer je ‘volwassen’ en volgroeid bent, wordt je geslacht. Het enige wat dan nog rest is een hoop mest en vlees. Door naar de volgende.

Dit is het levensverhaal van de meeste dieren in de bio-industrie, niet bepaald een prettige. De behandeling van en de omgang met de dieren is in veruit de meeste gevallen dieronvriendelijk. Ook brengt de behandeling en de manier van onderhouden van de dieren in de bio-industrie  vele negatieve gevolgen met zich mee. En niet alleen negatieve gevolgen voor de dieren zelf. Mijn mening is dan ook dat de bio-industrie moet worden afgeschaft.

Ten eerste worden de dieren in de bio-industrie slecht behandeld. In 1997 zijn er rechten opgesteld voor dieren in de veeteelt. Deze rechten worden in de bio-industrie echter vaak geschonden. De rechten houden in: een leven zonder honger en dorst, ongemak, pijn, verwonding en ziekte, angst en spanning en de vrijheid om normaal gedrag te vertonen1. Door een te kleine huisvesting zonder bodembedekking en zonlicht, geen buitengang, te veel dieren per vierkante meter, pijnlijke ingrepen en onnatuurlijke doorfok op absurd hoge productie  worden deze rechten geschonden. De dieren worden meestal onverdoofd gecastreerd en ontdaan van hun snavels, hoorns, nagels en/of staarten. Dit brengt veel pijn en stress mee voor de dieren. Ook het transport naar de slachthuizen is vaak dieronvriendelijk. Zonder water en eten zitten de dieren uren tot dagenlang opeengepakt in een vrachtwagen.

Ten tweede heeft de bio-industrie negatieve gevolgen voor het milieu. Door de hoge dichtheid van het aantal dieren per vierkante meter ontstaat er ook een mestoverschot. Dit heeft bodemvergiftiging en verzuring van het milieu tot gevolg. De veeteelt is verantwoordelijk voor 51% van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen1, de bio-industrie zorgt voor het grootste deel hiervan. Ook het transport dat de bio-industrie teweeg brengt, doordat de vele dieren naar slachthuizen moeten worden vervoerd, zorgt voor vervuiling. Jaarlijks produceren we in Nederland meer dan 500 miljoen dieren in de vee-industrie1, die ook allemaal moeten worden geslacht. En omdat het slachten in Zuid-Europese landen een paar cent goedkoper is, worden de dieren massaal op transport gezet naar het buitenland. Sinds 1997 is zowel het aantal transporten als de afstand verdubbeld.

De lezer zal zich nu wellicht afvragen waarom de bio-industrie dan zo groot is geworden als het zogezegd negatief is. Na de Tweede Wereldoorlog was er een ineens grote vraag naar goedkoop vlees en de bio-industrie was hierop het antwoord. In de loop van de jaren in het een belangrijk element van onze economie geworden, het is een ware handelsonderneming geworden. Maar tegenwoordig is het aanbod van vlees groter dan de vraag. De bio-industrie verliest dus aan noodzaak. Ook is nu algemeen bekend wat de gevolgen zijn en hoe de dieren worden behandeld. Steeds meer mensen gaan de bio-industrie als negatief zien en kiezen voor biologische producten. Mensen willen verandering, verandering die hard nodig is.

Tevens heeft de bio-industrie negatieve gevolgen voor de gezondheid van de dieren en mensen. Door buitensporig veel gebruik van antibiotica in het voer van de dieren ontstaan er op den duur resistente bacteriën, ook wel super bacteriën genoemd2. Deze bacteriën zijn ongevoelig voor de gebruikelijke antibiotica en dus  levensgevaarlijk voor mens en dier. Ook is er in de bio-industrie een grotere kans op het ontstaan van ziektes zoals de varkenspest, de vogelpest en Q-koorts doordat de dieren zo dicht op elkaar staan en elkaar dus gemakkelijk kunnen besmetten. Sommige van deze ziektes kunnen ook schadelijk zijn voor mensen. Zodra er zo’n ziekte uitbreekt worden daarom vaak duizenden dieren afgemaakt, de meeste nog gezond, omdat ze misschien besmet zijn en dus gevaarlijk voor de omgeving.

Al met al lijkt mij dus duidelijk dat de bio-industrie moet worden afgeschaft. Er zitten te veel nadelen aan en de gevolgen voor mens en milieu zijn naar mijn idee te groot. De dieren worden slecht behandeld, het heeft negatieve gevolgen voor het milieu, de noodzaak ervan neemt steeds verder af en de risico’s voor de gezondheid van mens en dier zijn te groot. Deze manier van boeren is onnodig en niet meer van deze tijd. Het is tijd voor verandering binnen de bio-industrie. Want zeg nou zelf, wilt u zo’n bio-leven?




2 uitzending Zembla 10 januari 2013


 

zondag 3 februari 2013

A Betoog NL bio-industrie


Bouwplan betoog bio-industrie Nederlands                             Caroline Versluis 6C

 

Stelling: De bio-industrie moet worden afgeschaft

 

Arg 1 De dieren worden slecht behandeld

1.1 rechten worden ontnomen, recht op vrijheden (vrijheid van: honger en dorst, ongemak, pijn, verwonding of ziekte, om normaal gedrag te vertonen, angst en spanning) (geen zonlicht, geen buitengang, onverdoofd castreren)

 

Arg 2 De bio-industrie heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid

 

            2.1 buitensporig veel gebruik van antibiotica

 

            2.1.1 resistente super bacteriën

 

            2.2 ontstaan van ziektes (dieren te dicht op elkaar)  

 

 

Arg 3 De bio-industrie heeft negatieve gevolgen voor het milieu

 

            3.1 enorm mestoverschot (verzuring milieu, ammoniak)

 

maandag 24 december 2012

Blokken, Knorrende Beesten, Bint - Ferdinand Bordewijk

Samenvatting stromingsboek; nieuwe zakelijkheid                        Caroline Versluis 6C
 
Algemene informatieAuteur: Ferdinand Bordewijk
Titel: Blokken, Knorrende Beesten, Bint
Uitgever: Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1997
Jaar van eerste uitgave: 1931, 1933, 1934
Aantal pagina’s: 155
Genre: Antiutopie, Science-fiction
Stroming: Nieuwe Zakelijkheid

Samenvatting:

Blokken
‘Blokken’ bevat geen hoofdpersonen maar beschrijft een maatschappij, de ‘Staat’ genaamd. Het boek is opgebouwd uit tien hoofdstukken. In het verhaal is de hoofdlijn een opstand tegen het gezag van de staat, het neerslaan van deze verzetsbeweging en de daaropvolgende feestdag voor de bevolking. Het boek begint met een beschrijving van de nachtelijke landing van een vliegtuig, vervolgens wordt de vierkante stadsarchitectuur, de kleding, de kalender en verdere regelgevingen beschreven. Hierdoor ontstaat er een duidelijk beeld van deze maatschappij. Er volgt ook een beschrijving van de ‘Raad’, het bestuursorgaan van de Staat. Het blijkt dat het centrum van de hoofdstad niet herbouwd is tot vierkanten, maar dat dit gedeelte geldt als een museum van de kapitalistische staat. ’s Nachts is de stadskern verboden gebied, maar er zijn mensen die zich in dit gebied laten insluiten en hier een schaduwleven leiden. Het boek gaat vervolgens over in een beschrijving van het functioneren van de Raad, en later komt de ‘Groep A’ ter sprake. De Raad wil deze groep opstandelingen uitroeien. Het boek beschrijft vervolgens een bijeenkomst van de Groep A, waarna deze worden opgepakt en de uitgebroken opstand wordt neergeslagen. De stadskern word vernietigd en in plaats van de kern verrijst het kernplein, hier worden de vijf leiders van Groep A geëxecuteerd. De Raad organiseert een nationale feestdag om de overwinning te vieren, waarin drie evenementen centraal staan: Het lanceren van een ruimteschip dat 130 jaar wegblijft, het ontginnen van een neergestorte meteoriet en een kunstmatige luchtspiegeling. Het boek vervolgt met een beschrijving van het economische stelsel en de strikt verboden maar nog steeds niet uitgeroeide ‘ondeugden’ als geld, juwelen, drank en prostitutie. Deze komen ’s nachts voor in de lege verkeerstunnels. Het boek eindigt met de beschrijving van een militaire parade. De Raad kijkt vanuit een luchtschip op de legeronderdelen in en om de hoofdstad. Het blijkt vanuit de lucht dat er nog steeds kiemen van wanorde zijn, wanneer er legeronderdelen niet in de vastgestelde formaties blijken te bewegen. Na de parade heerst er onrust in de hoofdstad.


Knorrende beesten
Vlakbij een pier, tussen de kleine bars aan de parade bevindt zich een parkeerplaats. Overdag komen veel mensen naar de pier met hun 'knorrende beesten', kleine stille dieren en weeldedieren. Parkwachter Bobsien let op zulke dagen op de 'knorrende beesten' en als er iets mis mee is gaan ze naar de garage bij de ingang van het park. Als het slecht weer is komen de 'knorrende beesten' niet en dan is er geen werk voor Bobsien en zijn vriendin Sofia Eufemia die bij de garage werkt als hulpje.
Maar als er dan op een dag rennen worden gehouden bij de parade is het een drukte van belang. Veel mensen gaan de pier op om de auto's tegen elkaar te zien strijden en velen beesten sneuvelen. De tweede dag van de beesten worden de beesten versierd met bloemen en wordt er weer een wedstrijd gehouden en iedereen vergeet voor even zijn dagelijks leven. Daarna gaan de beesten weer weg en de badplaats loopt langzaam leeg. Het seizoen is ten einde.

Bint
Deel 1: De eerste maanden van De Bree, kennismaking met Bint en klas 4D:
Op een sombere, winderige novemberochtend meldt een nieuwe leraar, De Bree, zich bij de school van Bint. Hij zal voor de rest van het schooljaar invallen voor een leraar die het niet meer aankon. Het is zijn eerste job als leraar en hij wil ook niet langer dan tot het einde van het schooljaar blijven. Zijn eerzucht ligt op het gebied van de wetenschap. Hij is bezig met een studie over Anna Maria van Schuurman, een geleerde vrouw uit de 17e eeuw (1607-1678). De inleiding staat al op papier en hij is over het resultaat tevreden. Maar De Bree kan niet al zijn energie kwijt in het wetenschappelijk werk. Daarnaast wil hij zijn kracht meten met de werkelijkheid.
De school van directeur Bint is in de stad berucht geworden door het meedogenloos strenge regime dat Bint vijf jaar geleden heeft ingevoerd. Hij is hierdoor in conflict gekomen met de ouders en de wethouder. Als gevolg daarvan zijn er al drie jaar lang geen leerlingen meer toegelaten, zodat er alleen nog maar vier vierde en drie vijfde klassen over zijn. Over twee jaar zal de school dus uitgestorven zijn, maar Bint zet zijn systeem door.
De Bree moet les geven aan de vier vierde klassen. Voor hij op die bewuste novemberochtend met zijn eerste les, in klas 4D begint, neemt Bint hem nog even apart om hem te waarschuwen voor die klas. Klas 4D bevindt zich in een kelder, waar bet daglicht nauwelijks doordringt, zodat bet licht er altijd aan is. Als De Bree bet lokaal betreedt, voelt hij dit aan als een hel, als de hel .Voortaan noemt hij 4D dan ook 'de Hel'. Inderdaad blijkt de klas te bestaan uit louter kwelduivels. Bint heeft de lastigste elementen uit een leerjaar bij eikaar gezet en gebruikt deze om ook zijn leraren te selecteren. Wie het in deze klas redt, is sterk genoeg voor het systeem van Bint, de anderen vallen vanzelf af.
De Hel probeert De Bree uit. De Bree verklaart de klas de oorlog. Hij weet zich, ondanks het feit dat Bint hem controleert, maar niet steunt, te handhaven. Met de drie andere klassen heeft hij weinig moeite. Ook deze klassen geeft hij karakteristieke namen. Een zeer leergierige klas noemt hij 'de bruinen'; een ijverige, maar nogal kleurloze: 'de grauwen'; een klas van zeer vreedzame leerlingen is voor hem 'de bloemenklas'. Aan een leerling uit de bloemenklas, Jérôme Fléau, 'een jongen als een mooie vrouw' , heeft hij op bet eerste gezicht al een gruwelijke hekel. Hij voelt in die jongen een gevaar. Zo ontdekt De Bree, dat een klas, ondanks alle individuele verschillen, een wezen is. Hij merkt ook dat Bint erin geslaagd is zijn lerarenkorps tot een wezen te vormen. Alle leraren, behalve Keska, staan achter Bints systeem, hoe groot de onderlinge verschillen ook zijn. Ook De Bree raakt in de ban van Bint. Hij is steeds meer overtuigd van de juistheid van diens opvoedkundige theorieën en het systeem van stalen tucht dat daaruit voortvloeit.

Deel 2: De rapportvergaderingen, de kwestie van Van Beek en de oproer:
Welke consequenties dit systeem voor de leerlingen heeft, hoort hij tijdens de vergadering voor bet kerstrapport. Behalve cijfers voor de diverse vakken, de 'lerarencijfers', komt er een 'schoolcijfer' op bet rapport. Dit schoolcijfer, dat niet per se het gemiddelde van de lerarencijfers is, wordt door de lerarenvergadering vastgesteld. Leerlingen met een onvoldoende schoolcijfer hebben een 'slecht rapport'. Wie met kerstmis een slecht rapport heeft, kan dit niet meer ophalen en blijft zitten.
Maar omdat Bint zittenblijvers zo veel mogelijk wil vermijden, krijgt zo'n leerling met kerstmis het advies van school te gaan. Dit lot treft o.a. de leerling Van Beek uit de grauwe klas. Hij krijgt een onvoldoende schoolcijfer en heeft dus een slecht rapport. Bint wenst geen rekening te houden met zijn omstandigheden: de jongen komt ut een arm gezin en moet naast zijn schoolwerk zijn moeder, een weduwe, helpen de kost te verdienen. Ook dat Van Beek heeft gedreigd zelfmoord te zullen plegen als bij een onvo1doende schoolcijfer krijgt, maakt geen indruk op Bint. Wel voorziet hij ernstig verzet als Van Beek dit werkelijk zal doen. Hij waarschuwt de leraren in dit verband voor Fléau. Maar het eventuele verzet kan hij gebruiken om de school te zuiveren van ongewenste elementen, zoals Fléau zelf en de conciërge, die vermoedelijk met Fléau samenspant tegen bet systeem van Bint. Voor Bint heiligt het doel de middelen. Door een meedogenloze selectie wil hij 'een kweek van reuzen kweken'. Hij zet zijn opvattingen nog eens uiteen tijdens de vergadering.
Tijdens de kerstvakantie doet Van Beek een poging tot zelfmoord. Hij springt in het water, wordt opgehaald, maar sterft aan de gevolgen van longontsteking. Zijn moeder gaat naar de wethouder en er worden vragen gesteld in de gemeenteraadsvergadering. Geholpen door de conciërge, organiseert Fléau een protest- en stakingsactie onder de leerlingen, die plaats zal vinden op de eerste dag na de kerstvakantie. Bint, die dat voorziet, bespreekt dit met de leerlingen van de Hel, die als een man achter hem staan, ook Schattenkeinder, de enige 'vrouw' in het gezelschap.
Op de eerste dag na de vakantie komt het op het plein voor de school tot een treffen tussen de opstandelingen en de Hel. Op bevel van Bint houden de leraren zich daarbij afzijdig. De Hel weet het verzet te breken, doordat die een hechte eenheid vormt. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school gestuurd. Bint beeft zijn doel bereikt: Van Beeks dood en de daaruit voortvloeiende protestactie hebben de school van ongewenste elementen gezuiverd. Door het gebeurde is De Bree nog meer dan eerst overtuigd geraakt van de juistheid van Bints systeem van stalen tucht, blinde gehoorzaamheid en ontdekking van de eigen wil door knechting. De Hel is Bints gaafste werk: '4D erkende zijn systeem, was het' .

Deel 3: De schoolreis:
De Bree ondervindt nogmaals het effect van Bints systeem als hij tijdens de paasvakantie met een deel van de Hel een fietstocht maakt door Zeeuws-Vlaanderen en Vlaams België. Twee jongens die er voor een nacht en een dag vandoor gaan, worden bij hun terugkomst ongenadig door hun klasgenoten afgestraft. Evenals Bint duldt de Hel geen enkele ongehoorzaamheid.

Deel 4: De laatste maanden van het schooljaar:
Met de examentijd nadert het einde van het schooljaar. Bints school zal daarna nog maar een jaar bestaan. De Hel wordt volledig bevorderd naar het laatste jaar. Na de overgangsvergadering zegt Bint tegen De Bree, dat hij automatisch herbenoemd zal worden, als hij dat laatste jaar nog zou willen blijven. Eerst weigert De Bree want hij kan dit niet combineren met zijn wetenschappelijke ambitie. Maar thuisgekomen, begint hij te twijfelen. Hij herleest zijn inleiding op de studie over Anna Maria van Schuurman, waar hij al maanden niet meer aan heeft gewerkt. De inleiding valt hem nu tegen en hij denkt nu helemaal anders over zichzelf dan een jaar geleden. Hij besluit dan ook om nog een jaar langer in Bints dienst te werken.

Deel 5: Het ontslag van Bint:
Na de grote vakantie deelt onderdirecteur Donkers mee, dat Bint ontslag heeft genomen. iedereen vermoedt waarom, maar alleen Keska durft te zeggen dat het om Van Beek is. De Bree meent het te begrijpen: 'Bint was zwakker dan zijn systeem geweest. Hij had de ijzeren consequentie van zijn systeem niet kunnen verdragen'. Maar De Bree vindt ook dat Bints systeem niet verloren is. Bint heeft het doorgegeven aan zijn volgelingen. Tijdens zijn eerste les aan de Hel ziet De Bree dat de leerlingen in de vakantie veranderd zijn, hij vindt ze meer volwassen, meer menselijk. Maar de klas begint te rumoeren, vraagt om dezelfde orde en tucht als vorig schooljaar. En De Bree verklaart hen opnieuw de oorlog. Die avond gaat De Bree naar Bints huis om afscheid van hem te nemen. Bint wil hem echter niet ontvangen, ook niet bij een tweede poging, enkele dagen later. De volgende dag gaat De Bree zeer vroeg naar school en neemt daar afscheid van Bint in dezelfde waar hij hem voor het eerst in de school ontmoet.

vrijdag 8 juni 2012

Isabelle - Tessa de Loo


Verwerkingsopdracht Oordeelvorming                                        Caroline Versluis 5D

Algemene informatie
Auteur: Tessa de Loo
Titel: Isabelle
Plaats van uitgave en uitgeverij: Amsterdam, uitgeverij De Arbeiderspers
Jaar van uitgave: 1989
Druk: 1989
Aantal pagina’s: 127 pagina’s
Genre: roman


Samenvatting: (488 woorden) (www.boekverslag.nl)

 Op een dag verdwijnt de beroemde actrice Isabelle Amable. Er wordt in de bossen van de Auverge zeer nauwkeurig naar haar gezocht,  maar zonder resultaat. De aandacht verflauwt en de zoektocht wordt uiteindelijk gestaakt. Er zijn verschillende personen ondervraagd, maar een gesprek met de lelijke Jeanne Bitor wordt zo snel mogelijk afgehandeld. Zij woont in een bouwvallig huis en werkt in het dorpscafé 'La Truite Dorée'. In haar vrije tijd schildert ze vooral dood en verval. Voor haar nieuwe werk heeft ze de mooie Isabelle ontvoerd om de aftakeling van de mens te schilderen. Ze wordt gedreven door jaloezie, vanwege haar eigen lelijkheid en de schoonheid van Isabelle. Jeanne wil Isabelle laten verhongeren en deze raakt daardoor helemaal uitgeput. De schilderes wil niet met haar 'model' praten maar Isabelle toont zich in haar geïnteresserd. Jeanne voelt zich hierdoor zeer gevleid. Zij voert voor het eerst van haar leven een klaagzang op over haar lelijkheid en haar ideeën over schoonheid.
Isabelle probeert het vertrouwen van Jeanne te winnen door te vertellen over de moeilijkheden, waar zij door haar schoonheid tegenaan loopt. Zij vertelt over de vernederende huwelijksrelaties en het misbruik door haar stiefvader. Jeanne krijgt zelfs medelijden met haar slachtoffer. Ze hoopt dat Isabelle bij haar wil blijven.  zodat ze haar problemen met iemand kan delen. Ze verleent Isabelle enkele gunsten.
De enige die nooit de moed heeft opgegeven in de zoektocht naar Isabelle, is Bernard Buffon. Hij is onderwijzer in het dorp waar Isabelle ooit gelogeerd heeft. Bernard werd vroeger altijd gepest vanwege zijn dikke figuur, dat aan een schildklieraandoening te wijten is. Deze pesterijen liepen zo uit de hand, dat ze hem in een waterton geduwd hebben. Isabelle en haar vader hebben hem toen gered. Sindsdien is hij idolaat van de actrice. Hij weet van een jeugdvriendin van Isabelle dat zij een gelukkige jeugd heeft gehad en verloofd is met Jean-Pierre.
Bernard merkt in het dorpscafé dat Jeanne steeds vrolijker wordt en dat vindt hij verdacht. Hij praat met haar over Isabelle. Jeanne ontdekt dat Isabelle over haar privé-leven gelogen heeft. Het blijkt dat ze helemaal niet onder haar schoonheid lijdt. Bij thuiskomst besluit Jeanne om Isabelle weer onder streng regime te stellen. Isabelle acteert huilbuien en smeekbedes, maar Jeanne is niet onder de indruk. De volgende ochtend ziet zij dat Isabelle zich heeft opgehangen. Geschokt door het verlies van haar 'vriendin', verbrandt ze al haar schilderijen en loopt weg.
Op dat moment bezoekt Bernard het huis van Jeanne en hij ontdekt Isabelle. Het blijkt dat zij haar ophanging heeft geacteerd. Dat had bijna een fatale afloop. De twee pitbulls van Jeanne hadden namelijk de kisten, waarop ze stond, omgegooid. Bernard bevrijdt haar. Isabelle wil niet dat Jeanne gestraft wordt en Bernard kan dat niet begrijpen. Zijn verering voor Isabelle is verleden tijd. Hij besluit een zoektocht naar Jeanne te starten, omdat hij gefascineerd is door haar lelijkheid en benieuwd is naar haar beweegredenen voor de ontvoering.


Oordeelvorming:

 Ik vind ‘Isabelle’ van Tessa de Loo een goed boek. Het is goed en duidelijk opgebouwd, het verhaal is logisch en ook de gebeurtenissen zijn in een duidelijke volgorde. Ook is het relatief spannend en het is vlot geschreven (je zou bijna kunnen zeggen eenvoudig). Er worden korte zinnen gebruikt en niet al te moeilijke woorden. Het verhaal heeft aan de ene kant iets heel realistisch, maar voor je gevoel aan de andere kant ook weer niet. Je kan je eigenlijk niet voorstellen dat er mensen zijn die andere mensen ,in eerste instantie zonder schuldgevoel, kunnen laten verhongeren terwijl ze gewoon toekijken. Maar helaas zijn een hoop gekke mensen op deze wereld die echt psychische hulp nodig hebben. Het verhaal zou dus best kunnen gebeuren (of gebeurt kunnen zijn). Wat Tessa de Loo wel heel mooi heeft gedaan, is dat ze het verhaal in een soort afgesloten, andere wereld laat plaatsvinden. Er word wel verteld in welke plaats en in welk land het verhaal zich zou afspelen, maar het gaat over een dorp in de bergen, afgesloten van de moderne wereld zou je kunnen zeggen. Hierdoor krijg je het idee van een verzonnen plaats en tijd. En doordat je het gevoel krijgt dat het in een verzonnen wereld is, realiseer je je niet dat er echt zulke mensen rondlopen in onze echte wereld. Daardoor zou je dus het gevoel kunnen krijgen dat het verhaal niet echt realistisch is. Het verhaal op zich is ook mooi. Een verbeten, lelijke en jaloerse vrouw die haar vijand in de loop van de tijd gaat waarderen en koesteren. Er spelen heel veel gevoelens mee in dit deel van het verhaal. Het is jammer dat het zo’n dun boek is, en dat daardoor de personages en hun gevoelens niet optimaal worden uitgewerkt en gebruikt. Met alle gevoelens en gedachten die er spelen in het verhaal zou je een hele dikke pil kunnen schrijven denk ik. In ‘Isabelle’ wordt eigenlijk maar oppervlakkig geschreven over de gedachten en gevoelens van Jeanne en over de gedachten en gevoelens van Isabelle wordt helemaal weinig verteld. Dat is heel jammer, want dat zou een heleboel meer diepgang en betekenis geven aan het boek. En doordat die diepgang en betekenis een beetje mist, zou je je ook kunnen afvragen of ‘Isabelle’ wel in de literatuur thuishoort. Je zou natuurlijk altijd zelf nog dieper na kunnen denken over het boek, de betekenis ervan en de bedoelingen van de schrijver. Maar dan moet je bij ‘Isabelle’ wel diep nadenken, en bij goede literatuur komen die vragen vanzelf in je op, je wordt er als het ware naartoe geleid. Bij ‘Isabelle’ moet je er echt zelf iets van maken, al was het boek wel heel fijn om te lezen.




dinsdag 29 mei 2012

Saïdjah en Adinda (fragment uit de Max Havelaar) - Multatuli (ED Dekker)


Verwerkingsopdracht Romantiek                                                       Caroline Versluis 5D

Saidjah en Adinda (fragment uit Max Havelaar) – Multatuli (Eduard Douwes Dekker)

Na de Verlichting ontstond, omtrent 1770, een nieuwe stroming; de Romantiek. En de romantische mens die hierbij ontstond verwierp de strakke vormen en regels van het classicisme, zag de klassieke auteurs niet langer als inspiratiebron en norm bij uitstek en legde –als reactie op het rationalisme – het accent op het gevoelsleven. Gevoel en fantasie werden uitgangspunten voor de kunst, en niet het verstand. Ook kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan. De romantische mens was ook niet gelukkig met de tijd en plaats waarin hij leefde en had onvrede. Hij probeerde zich daarom tegen het gewone leven af te zetten of vluchtte, in zijn fantasie, uit dat leven, om het onbereikbare geluk te zoeken. Pessimisme overheerste daarbij (in tegenstelling tot het optimisme van de Verlichting). De stroming richtte zich ook sterk op de natuur. De natuur werd gezien als een eenheid die een esthetische ervaring veroorzaakte.  In de loop van de 19e eeuw kwam er een nieuwe stroming bij, die vooral in de literatuur en schilderkunst naar voren komt: het realisme. Het was een reactie op de lieflijke, sentimentele en fantastische kant van de Romantiek. De realisten zochten hun onderwerpen niet in de geschiedenis, de mythologie of in hun fantasie, maar in de hen omringende realiteit van alledag, die men zo objectief mogelijk trachtten weer te geven. Vaak zijn hun romans en schilderijen politieke en sociale protesten. Wat dit betreft komen ze overeen met de romantici, die immers ook op de bres stonden voor maatschappelijke veranderingen. 

Een van de weinige echte Nederlandse romantici was Eduard Douwes Dekker, ook wel Multatuli. Eduard Douwes Dekker werkte als ambtenaar in Nederlands-Indië (het tegenwoordige Indonesië), waar, toen hij er op negentienjarige leeftijd aankwam, naar eigen zeggen zijn 'ziel ontwaakte', maar waar hij ook de vele wantoestanden zag onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Zijn bekendste werk is de kaderroman Max Havelaar, waarin hij - op basis van zijn eigen ervaringen - de behandeling van de plaatselijke bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders aan de kaak stelde. In dit boek koos Dekker het pseudoniem Multatuli, Latijn voor 'ik heb veel (leed) gedragen' (=multa tuli) en een verwijzing naar een beroemde passage uit de Tristia van Ovidius. De Max Havelaar bestaat uit 20 hoofstukken waarin 3 auteurs vertellen en bevat meerdere raamvertellingen. Voor deze verwerkingsopdracht beperk ik mij tot enkel hoofdstuk zeventien, het verhaal van Saidjah en Adinda.

Er is geen twijfel over mogelijk dat het verhaal van Saidjah en Adinda, en voor zover ik kan oordelen de gehele Max Havelaar, perfect thuishoort in de late Romantiek (waarbij ook het realisme een rol speelt). Het verhaal  van Saidjah en Adinda speelt zich af tijdens de gezag voering van Nederland in Nederlands-Indië. Daar woonden, in Lebak, Saidjah en Adinda. Zij waren door elkaars vader aan elkaar uitgehuwelijkt. Het verhaal begint als Saidjah ongeveer zeven jaar oud is. De buffel van zijn vader werd afgenomen door het districtshoofd. Twee jaar later gebeurt hetzelfde met de tweede buffel. De volgende buffel was wel niet zo goed als zijn voorgangers, maar redde toch het leven van Saidjah door een tijger te doden. Saidjah's vader vluchtte nadat deze buffel geslacht was omdat hij bang was dat hij gestraft zou worden nu hij geen inkomsten meer had en de landrente niet meer kon betalen. Saidjah was toen vijftien jaar. Hij besloot om werk te zoeken in Batavia. Eerst ging hij naar Adinda, zijn toekomstige vrouw, om afscheid van haar te nemen. Zij spraken af om na zesendertig manen elkaar terug te zien onder een boom. Toen hij aankwam in Batavia werd hij meteen aangenomen als bediende en raakte gewend aan de rijkdom daar. Hij vertrok na drie jaar met dertig spaanse-matten, genoeg om drie buffels voor Adinda te kopen. Op de weg terug dacht hij alleen maar aan Adinda en luisterde niet naar wat men hem vertelde. Zo hoorde hij niet dat het nieuwe districtshoofd een veel mildere was en dat er in zijn woonplaats veel veranderd was.Toen hij 's nachts de boom bereikte vond hij Adinda niet, maar hij bleef op haar wachten. De volgende dag bleef hij wachten, maar Adinda zag hij niet. Op het laatst rende hij het dorp in en begon te zoeken, maar vinden deed hij haar niet, zelfs haar huis niet. Ook vond hij zijn eigen familie niet. Saidjah luisterde niet naar wat men hem vertelde: over zijn vader die gevlucht was en gestorven was in de gevangenis, over zijn moeder die van verdriet gestorven was en over Adinda die met haar vader gevlucht was naar een plek waar opstandelingen kwamen. Uiteindelijk barstte hij in een gelach uit en een oude vrouw neemt hem mee naar haar huis. Toen het weer wat beter met hem ging, vertrok hij naar de opstandelingen en sloot zich bij hen aan om Adinda te zoeken. Op een dag liep hij door een dorp van opstandelingen dat het Nederlandse leger platgebrand had. Hij vond het lijk van Adinda's vader en even later ook het mishandelde lijk van Adinda. Doodongelukkig stortte hij zich daarop in de bajonetten van de soldaten en stierf.

Als je alleen de samenvatting al leest, voel je de emotie en het gevoel er van af spatten. Het is een heel treurig verhaal, met onvrede en vergeefse hoop op een beter leven. En natuurlijk zit er ook de onbereikbare liefde in, en de dood van Saidjah nadat hij het lijk van Adinda zag. Een ander belangrijk aspect van de Romantiek dat ook in dit verhaal goed te herkennen is, is de rol van de natuur. In het hele verhaal komen verder eigenlijk geen andere mensen voor, en als die al voorkomen, krijg je er vrij weinig informatie over. Je hebt het gevoel dat Saidjah altijd alleen is met en in de natuur. Al is het helemaal niet zo dat er overdreven veel op de natuur word ingegaan, maar er komt gewoon een heel sterk beeld van rust en enkel natuur in je hoofd als je dit verhaal leest. En met dat gevolg past het ook weer goed in de stroming, inspelen op de fantasie van de lezer. Nog een aspect van de Romantiek is de vlucht uit een situatie. Ook in dit verhaal vlucht Saidjah weg van zijn benarde leventje en wil zorgen voor een beter leven voor hem en zijn toekomstige vrouw, Adinda. En ook al wordt dit deel van het avontuur van Saidjah zeer kort verteld, toch is het een vlucht. En aangezien Max Havelaar in de late Romantiek, met het realisme, is geschreven, zijn er daar ook kenmerken van. Dit verhaal is, ondanks dat het is verzonnen, wel uit het leven van alledag gegrepen, in het geval van E D Dekker dan.  De namen zijn wel verzonnen, maar zoals ook aan het einde van het hoofdstuk wordt verteld, er zijn vele gevallen in die tijd met zo’n verhaal als dat van Saidjah en Adinda.
Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Niet of hij naar Batavia ging. Niet of hij in de Lampongs werd vermoord met Nederlandse bajonetten. Ik weet niet of zijn vader bezweek tengevolge van de rottingslagen die hem werden gegeven omdat hij Badoer had verlaten zonder pas. Ik weet niet of Adinda de manen telde door kerven in haar rijstblok ... Dit alles weet ik niet! Maar ik weet meer dan dat alles. Ik weet en kan bewijzen dat er veel Adinda's waren en veel Saïdjahs, en dat, wat verdichtsel is in 't bijzonder, waarheid wordt in 't algemeen. Ik zei reeds dat ik de namen kan opgeven van personen die, zoals de ouders van Saïdjah en Adinda, door onderdrukking werden verdreven uit hun land. Het is mijn doel niet, in dit werk mededelingen te geven als voegen zouden voor een vierschaar die uitspraak te doen had over de wijze waarop 't Nederlands gezag in Indië wordt uitgeoefend, mededelingen die slechts kracht van bewijs zouden hebben voor wie het geduld had die met aandacht en belangstelling door te lezen, zoals niet verwacht kan worden van een publiek dat verstrooiing zoekt in zijn lectuur. Daarom heb ik, in plaats van dorre namen van personen en plaatsen, met de dagtekening erbij, in plaats van een afschrift der lijst van diefstallen en afpersingen, die voor me ligt, getracht een schets te geven van wat er kàn omgaan in de harten der arme lieden die men berooft van wat dienen moet tot onderhoud van hun leven, of zelfs: ik heb dit slechts laten gissen, vrezende mij te zeer te bedriegen in het tekenen der omtrekken van aandoeningen die ik nooit ondervond.
En uit dit stukje tekst blijkt ook een ander kenmerk van het realisme; politieke en sociale protesten. Dit boek is geschreven als puur protest en om de mensen te informeren over de gruwelen in Nederlands-Indië. En met een verhaal als dit word er natuurlijk fantastisch ingespeeld op het gevoel en medelijden van de mensen.
Hieruit is dus te concluderen dat het verhaal van Saidjah en Adinda zeker thuishoort in de stroming van de Romantiek, met invloeden van het realisme. Ook zou ik iedereen aanraden de Max Havelaar te lezen, in ieder geval dit fragment, omdat het eigenlijk gewoon hoort bij je literaire vorming en het is een puik verhaal ;).

De opkomst en val van een koffiehuisnichtje - Jacob Campo Weyerman


Verwerkingsopdracht Verlichting                                           Caroline Versluis 5D

De opkomst en val van een koffiehuisnichtje – Jacob Campo Weyerman (hertaald door Jan Rot)


De Verlichting wordt gezien als een van de pijlers van de Westerse beschaving. Ze wijzigde het denken over de politiek, de wetenschap, de economie, de cultuur, de opvoeding en de religie in de Westerse wereld. De Verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering, emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering. Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten vinden er hun wortels, net zoals het vrijdenken, het liberalisme, het socialisme en het anarchisme. In de Verlichting veranderde er dus veel. Er was een omslag gekomen in het denken en doen van de mensen. Een trend die deze Verlichting met zich mee bracht naar Nederland (in navolging van Londen en Parijs), waren de koffiehuizen. En dat is al de eerste reden waarom dit verhaal een Verlichtings werk genoemd kan worden: dit verhaal speelt grotendeels af in een koffiehuis. Het verhaal gaat namelijk over Nichtje en dit zogenaamde ‘koffiehuisnichtje’ vertelt hoe zij, op zoek naar een beter leven, verhuist van het platteland naar Amsterdam, gaat werken in een van de nieuwe koffiehuizen in de stad en vervolgens eindigt in een bordeel. Dit verhaal verscheen in vier delen in het blad De Echo van de Wereld (geschreven door Jacob Campo Weyerman) in het jaar 1727.


6 januari 1727 aankondiging in ‘De Echo van de Wereld’.

‘Komende week zal de ‘Echo’ in zee gaan met ‘De op en ondergang van een koffiehuisnichtje’, onder het motto: wie bedriegt, wordt bedrogen.’

Een kenmerk van de Verlichting is het didactische en moraliserende doel van teksten. Dit verhaal laat heel duidelijk zien hoe het met een meisje/vrouw afloopt wanneer zij zich niet juist gedraagt en aan seks voor het huwelijk doet. En reken maar dat er veel vrouwen in die tijd met hetzelfde probleem als Nichtje zaten: zwanger raken. En wanneer je seks hebt gehad voor het huwelijk, laat staan zwanger bent, kom je nooit meer aan de man. En zonder man hadden die vrouwen dus geen inkomen en er waren toen nog geen sociale stelsels zoals nu, dus konden ze alleen nog maar de prostitutie in. En dit verhaal schetst toch wel duidelijk dat dat geen pretje is… Het verhaal eindigt met:

Zo gaat het met de pretjes van een ondeugend en geil leven, jonge meisjes. Laat daarom jeugd en schoonheid behoorlijk op haar hoede zijn, en dag en nacht waken, opdat zij niet ongelukkigerwijs verwikkelt raken in mijn rampen, en onvoorzichtig wegglijden in mijn rampzalige omstandigheden.

Een zeer didactische waarschuwing.

Het verhaal begint ook met een didactisch motto. En bijna iedere week begon het volgende deel van het verhaal met eveneens een gezegde:

Maandag 13 januari 1727: ‘Zijn vrouwelijke waardigheid en schoonheid zoveel waard, wanneer jij er steeds voor opdraait? ’ Juvenalis, uit Satiren 6

Maandag 20 januari 1727: ‘Vrouwelijke schoon brengt meer ellende dan vreugd’ Juvenalis, Satiren 6

Maandag 27 januari 1727: hier wordt geen gezegde gesteld

Maandag 3 februari 1727: ‘Een vrouw in problemen, weet altijd een uitweg.’ Juvenalis, uit Satiren 6

Allemaal gezegdes die de inhoud van dat deel van het verhaal weerspiegelen, maar ook een dagelijks bruikbare wijsheid.

En hoewel in de Verlichting ook de emancipatie en het feminisme begonnen, wordt hier toch wel duidelijk dat Weyerman een satirisch schrijver was. Hij schetst Nichtje als een heel naïef meisje. En ondanks dat men in de Verlichting in het goede van de mens geloofde, komt Nichtje enkel klaplopers en gespuis tegen. Dit verhaal geeft een goed beeld van ‘de donkere kant van de Verlichting’, zoals ook op de voorkant van het bulkboek staat. Het beeld van de 18e eeuw is wel zo mooi en rooskleurig, maar de Gouden Eeuw is toch echt voorbij. Er heerst veel armoede, met maar een kleine groep rijken. Dit is een typisch verhaal dat uit het leven van die tijd is gegrepen, de specialiteit van Weyerman. Prostitutie was in die tijd heel gewoon en populair. Veel romans, sommige poëzie en de ‘gewone’ populaire tijdschriften (zoals die van Weyerman) zijn als het ware gestoffeerd met overspel, seks en hoererij. De achttiende-eeuwer is bijzonder geïnteresseerd in seks en erotiek, meer dan de mensen uit de 19e eeuw. De omgang tussen man en vrouw was in de 18e eeuw dan ook nog veel vrijer dan in de 19e eeuw. Dit verhaal past precies in dit beeld. Ik weet niet hoeveel erotiek die mensen toen verwachtten van een verhaal, maar Nichtje wordt als bediende toch aardig het hof gemaakt door verscheidene mannen en ze eindigt uiteindelijk ook als hoer. De prostitutie staat volop centraal dus.

Hieruit kun je dus concluderen dat de ‘Opkomst en val van een koffiehuisnichtje’ zeker in de Verlichting thuis hoort, al is het maar om de donkere kant van de Verlichting te tonen.